ADRA Nederland zegt NEE tegen MEISJESBESNIJDENIS
ADRA komt op voor het welzijn van alle meisjes en vrouwen. En voor hun recht op een leven zonder foltering en wrede, onmenselijke of vernederende behandelingen. Elke 11 seconden wordt er een meisje verminkt door het zogenaamde ritueel van vrouwelijke genitale besnijdenis.
Meisjesbesnijdenis is een ingreep aan de uitwendige vrouwelijke geslachtsorganen zonder medische noodzaak. Het vindt meestal plaats op de leeftijd van 4 tot 12 jaar. Maar in sommige culturen worden meisjes een paar dagen na de geboorte al besneden. Ook tot vlak voor het huwelijk kan meisjesbesnijdenis plaatsvinden. Migratie kan eraan bijdragen dat besnijdenis op een andere leeftijd plaatsvindt dan gebruikelijk is in de eigen cultuur.
Tegen de tijd dat je dit artikel hebt gelezen, zullen 18 meisjes zijn verminkt.
Meisjes zijn diep getraumatiseerd. De verschrikkingen die ze hebben meegemaakt, hebben een blijvende impact op de rest van hun leven. Ontstekingen in het genitale gebied, incontinentie, fistelproblemen, maatschappelijk isolement, een ondraaglijk gevoel van schaamte en soms zelfs de dood.
De Nederlandse overheid verwerpt de term meisjesbesnijdenis, omdat zij net als de WHO van mening is dat het gaat om verminking. Daarom spreken we in Nederland in alle officiële stukken voor beleidsmakers, beleidsuitvoerders en intermediaire zorgverleners over vrouwelijke genitale verminking (VGV).
Er worden elke dag 8.000 jonge meisjes besneden. Volgens de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) zijn er wereldwijd zo'n 150 miljoen verminkte vrouwen en meisjes. Hoewel vrouwelijke besnijdenis voornamelijk voorkomt in Afrika en het Midden-Oosten, wordt het ook gepraktiseerd in Azië en Latijns-Amerika. En wordt het ritueel nog steeds uitgevoerd onder immigrantenpopulaties in West-Europa, Noord-Amerika, Australië en Nieuw-Zeeland wonen.
Daarom, is het een wereldwijd probleem.
Op 1 januari 2018 woonde er in Nederland bijna 41.000 vrouwen die zijn besneden. Naar schatting lopen 4.200 meisjes de komende 20 jaar risico op besnijdenis. Dat blijkt uit onderzoek een onderzoek van Pharos, expertisecentrum Gezondheidsverschillen in opdracht van het ministerie van VWS. Bovendien schat UNHCR dat de afgelopen vijf jaar elk jaar ten minste 20.000 vrouwen en meisjes, als asielzoekers die naar Europa komen, te maken kunnen krijgen met VGV.
Op 20 december 2012 heeft de Algemene Vergadering van de VN een resolutie aangenomen waarin zij 6 februari 2021 uitroept tot Internationale Dag van nultolerantie tegen vrouwelijke genitale verminking. En die dag versterken met bewustmakingscampagnes en het nemen van concrete maatregelen tegen genitale verminking van vrouwen.
De Zevende-dags Adventkerk en ADRA, steunen de resolutie van de VN over VGV Zero Tolerance en promoten de dag om het bewustzijn te vergroten om concrete acties tegen vrouwen verminking te ondernemen.