Dankzij ADRA kan mijn vrouw nu Nederlands
Voor de ADRA-contactdag was ik afgelopen donderdag naar het AZC gegaan wat bijna naast ons kantoor ligt. Daar zullen we met elkaar de vluchtelingen helpen om een lenteschoonmaak te doen aan hun tijdelijke onderkomens. Kom dus vooral naar de ADRA-contactdag op 22 mei. Bij het naar buiten lopen ontmoette ik Fawad*, en in dit bericht deel ik hoezo ik straks in Huizen ben uitgenodigd om mee te mogen eten.
Bij de ingang van het AZC stond een mobiele post van de jeugdtandarts voor de kinderen. Een jongen haalde net de post op bij de balie en een paar vrouwen kwamen terug van het boodschappen doen. De COA organiseert het terrein goed. Alle wegen zijn omheind, elk gebouw heeft een nummer. Na mijn gesprek over de ADRA-contactdag ontmoet ik bij de ingang Fawad. Hij is een ongeveer 50 jarige Afghaan met een warme uitstraling en een grote glimlach. Hij vraagt mij of ik een nieuwe medewerker ben. Ik zeg dat ik bij ADRA werk aan de overkant. Zodra ik ADRA zeg verbreed de glimlach van Fawad. “Jij moet bij ons komen eten als we een huis hebben!” zegt hij meteen. Zijn vrouw heeft taallessen gevolgd bij ADRA Share and Care. “Dankzij ADRA kan mijn vrouw nu Nederlands” zegt Fawad blij. Het blijkt dat hij straks net als ik ook in Noord-Holland, in Huizen, gaat wonen met zijn vrouw en kinderen. Ik ben overweldigt van dankbaarheid en blijdschap voor deze man. Wie weet, misschien mag ik straks dankzij het werk van alle enthousiaste en toegewijde vrijwilligers van ADRA Share and Care bij een fantastisch gezin op bezoek om daar van een gezamenlijke maaltijd te genieten.
*naam verandert